Ga naar hoofdinhoud

Aangezichtsverlamming / facialisparese

Bij een aangezichtsverlamming is de aangezichtszenuw (nervus facialis of zevende hersenzenuw) uitgevallen. Meestal gebeurt dat aan 1 kant van het gelaat. Wanneer de zenuw niet meer functioneert, kunnen de spieren van het aangezicht niet meer bewegen en vertonen mensen een “scheef” gezicht.

Er zijn anatomisch grofweg 3 vertakkingen te onderscheiden bij de aangezichtszenuw. Bij uitval van de voorhoofdstak kan de wenkbrauw niet meer omhoog worden getrokken (geen rimpels in voorhoofd) en hangt die soms laag over het ooglid.

Wanneer de zenuw die naar het oog vertakt het niet meer doet dan kan het oog niet meer worden gesloten en mist het hoornvlies bescherming.

Wanneer de mondtak is uitgevallen, dan hangt de mondhoek scheef naar beneden wat het glimlachen onmogelijk maakt. Tevens geeft dit vaak problemen bij het (weg)slikken van speeksel en praten.

 

Oorzaak en ontstaan

Ongeveer de helft van de gevallen van een aangezichtsverlamming ontstaat zonder aanwijsbare oorzaak. Patiënten staan als het ware op met een scheef gezicht (of het ontstaat in een paar uren) zonder andere verschijnselen of aanwijsbare oorzaak (dus geen andere verlammingen). Deze aandoening wordt ook de verlamming volgens Bell of “Bellse Paralyse” genoemd. Doorgaans treedt er na een paar weken/maanden spontaan herstel op. In de andere helft van de gevallen moeten we denken aan virale aandoeningen (blaasjes op en rondom oorschelp), ongevallen, steekwonden, schedelbasisfractuur, en moeten tumoren die drukken op de zenuw worden uitgesloten.

 

Symptomen

In geval van paralyse (uitval) van de aangezichtszenuw hebben mensen last van uitdrogen van het oog (hoornvlies), hangend ooglid en/of wenkbrauw of hangende mond met spraak- en / of slikproblemen als gevolg. Bij een Bellse paralyse treedt doorgaans spontaan herstel op binnen enkele maanden. De vooruitzichten zijn beter wanneer er géén totale verlamming heeft plaatsgevonden. Wanneer er na 3 maanden geen verbetering zichtbaar is dan is de kans op restverschijnselen groot.

Wanneer een aangezichtsverlamming herstelt (zoals vaak het geval is bij Bellse paralyse) dan groeien de zenuwvezels vanuit de hersenstam opnieuw de zenuwschede in. Omdat de nervus facialis zich in de oorspeekselklier vertakt in 3 aparte takken kan het voorkomen dat bepaalde zenuwvezels een verkeerde afslag nemen. Zo kunnen vezels van de mondtak in de oogtak terechtkomen waardoor het oog gaat sluiten wanneer de patiënt de mond aanstuurt. Deze knipogende beweging bij spreken of eten noemen we “meebewegingen” of “synkinesen”.

Synkinesen kunnen voorkomen bij het oog (knipogen), de mond (mondhoek wordt opgetrokken in een grijns) en ter hoogte van de hals (huidspier of platysma). Deze zijn moeilijk (zo niet onmogelijk) onder controle te houden.

Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om ervoor te zorgen dat u de beste ervaring op onze website krijgt.

Back to top